Stel je eens voor… Je bent jarenlang misbruikt door je stiefvader toen je tiener was en je hebt eindelijk al je moed bij elkaar gesprokkeld om het aan iemand te vertellen. Je hebt er lang over nagedacht en zorgvuldig iemand uitgekozen die je vertrouwt. Dan komt het moment dat je voor jezelf had “gepland” om het te vertellen. Je denkt nog: ‘Als ik het vertel, wordt het echt waar en kan ik niet meer terug’, maar je hebt al zo lang in een kooi geleefd en je hunkert ernaar dat iemand je hoort en ziet. Je vertelt het op het voor jou juiste moment en krijgt de reactie: ‘Nee joh! Dat méén je toch niet? Wat weerzinwekkend! Ik kan me amper voorstellen dat hij dat zou doen, maar wat afschuwelijk moet dit voor je zijn, meid. Dit zal wel veel overhoop halen. Oh jeetje, ik schiet er gewoon van vol, zo erg vind ik het voor je…’

Dit is uiteraard slechts een voorbeeld en niet gebaseerd op een ware reactie van iemand, voor zover ik weet, maar het had een reactie kunnen zijn. Ik begrijp de impact wel. Het is niet makkelijk om die leeuw in de bek te kijken en te accepteren dat we in een wereld leven waarin seksueel misbruik simpelweg niet weg te denken is en altijd zal bestaan. Mensen zijn bang voor misbruik, en het is heel logisch en menselijk om emotioneel of juist heel praktisch te reageren op iemand die jou vertelt misbruikt te zijn. Het zijn alleen niet de beste reacties die je kunt geven om het slachtoffer te helpen.

Hoe het moet

Ik ga niemand vertellen hoe je moet reageren. Ik kan nu bijna gedachten horen als: ‘Je mag tegenwoordig helemaal niks meer zeggen’, ‘Victim blaming is niet goed en nu mag je ook al niet meer emotioneel reageren’ en ‘Maar het is toch ook verschrikkelijk heftig?’ Allemaal begrijpelijke gedachten en reacties. Misschien dat je na het lezen van dit artikel meer inzicht hebt gekregen en beter begrijpt hoe bepaalde reacties kunnen doorwerken in het brein van de persoon die vertelt misbruikt te zijn. Jouw reacties kunnen invloed hebben op hoe iemand daarna reageert.

De emotionele reactie

Als iemand je vertelt misbruikt te zijn, gaat er natuurlijk iets door je heen. Mogelijk ervaar je boosheid of ben je in shock of verdrietig. Het kan moeilijk zijn om deze gevoelens in te houden. Als je vanuit jouw eigen emoties reageert, kan het slachtoffer* terug naar binnen keren en denken: ‘Als je dit al heftig vindt, kan ik maar beter mijn verhaal niet verder doen, want dit is nog maar het topje van de ijsberg’. Het kost een slachtoffer veel moeite om uiteindelijk te vertellen over het misbruik. Het slachtoffer heeft al allerlei gedachten en gevoelens gehad over de reactie van anderen voordat hij/zij/die het überhaupt deelt, denk aan gedachten als: ‘Ze geloven me vast niet’ en ‘Ze zullen mij de schuld geven’. De realiteit is dat deze gedachten vaak terecht zijn, maar als het slachtoffer eraan toe is om erover te vertellen en dan het geluk heeft jou te treffen, houd dan je eigen emoties zo goed als dat lukt bij jezelf. Reageer kalm. Zeg dat het misbruik nooit had mogen gebeuren en dat het niet zijn/haar/diens schuld is. Vraag of hij/zij/hen er meer over wil vertellen.

Uiteraard is het ook belangrijk om aandacht aan jouw eigen emoties te schenken en voor jezelf te zorgen, maar doe dit later en bij iemand anders dan het slachtoffer.

De praktische reactie

Het is ook een normale reactie om in de regelstand te schieten en het te willen oplossen. Bijvoorbeeld door een reactie te geven als: ‘Dan gaan we de politie bellen’. Hiermee ga je echter weg van wat er nodig is: tijd, aandacht en de wil om écht te luisteren. Aangifte doen is namelijk geen oplossing voor het misbruik. Het misbruik heeft al plaatsgevonden, je kunt het niet uitwissen of oplossen. En misschien wil het slachtoffer helemaal niet dat de politie erbij betrokken wordt. Stel liever de vraag: ‘Wat wil jij?’ en ‘Hoe kan ik er voor je zijn?’ Het kan moeilijk te verdragen zijn als een slachtoffer ervoor kiest om geen aangifte te doen. Toch: accepteer en respecteer deze keuze. Omgaan met seksueel misbruik is voor slachtoffers vaak een levenslang proces. Het slachtoffer de ruimte en tijd geven om het op zijn/haar/diens manier en tempo te doen is van enorme waarde. Als iemand ervoor kiest om bijvoorbeeld aangifte te doen of naar de huisarts wil, bied dan aan om mee te gaan of iemand te bellen. In die zin kan praktische ondersteuning juist heel helpend zijn, maar laat het slachtoffer zelf keuzes maken.

Vertrouwen

Het slachtoffer heeft jou gekozen als persoon om zijn/haar/diens ervaring met seksueel misbruik te delen. Daaruit spreekt een enorm vertrouwen. Het lijkt alsof je amper iets doet met alleen het bieden van een luisterend oor en door naast iemand te gaan staan, maar besef dat het een wereld van verschil kan betekenen in het herstel van het slachtoffer. Het kan betekenen dat met jou praten het enige was wat het slachtoffer nodig had. Het is dan aan jou om te verdragen dat er geen vervolg of actie op het gesprek komt.

Het helse geheim

Het ligt niet altijd allemaal zo voor de hand. Want het slachtoffer kan natuurlijk ook een jongen van 10 jaar zijn die met jou deelt dat ‘mama vieze dingen doet’ met hem. Als deze jongen vervolgens vraagt om dit geheim te houden, kun je dit niet waarmaken: het is dan belangrijk om contact op te nemen met Veilig Thuis. Als professional ben je in het geval van onveiligheid/misbruik in een afhankelijkheidsrelatie of kindermishandeling verplicht de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te volgen.

En als je het ingewikkeld vindt, wat heel logisch en normaal is, bel dan met het Centrum Seksueel Geweld (CSG). Ook als je het niet ingewikkeld vindt, trouwens. Bij CSG werken professionals die zowel jou als het slachtoffer verder kunnen ondersteunen of adviseren. Vertel het slachtoffer over het bestaan van CSG. Kijk samen op de website: centrumseksueelgeweld.nl

* Ik gebruik in mijn artikelen het woord ‘slachtoffer’ voor de leesbaarheid van het artikel, terwijl ik in werkelijkheid een persoon bedoel die seksueel geweld (of ander geweld) heeft meegemaakt.

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Het was een zomerse middag toen mijn collega een telefoontje kreeg. De beller gaf aan op vakantie te zijn geweest in Frankrijk en tijdens de vakantie toch wel een heel nare situatie te hebben gezien. Een vader foeterde vrouw en kinderen constant uit. Daarbij kreeg één van de zoons een klap op het achterhoofd en werd aan kop en kont de tent in gestuurd. “Het ging allemaal wel heel hardhandig”. Omdat de beller geen contact had gehad met de medekampeerders wist hij alleen een voornaam. Dan was het voor ons als Veilig Thuis toch wel heel ingewikkeld om daar een actie op te ondernemen. ’Maar ik heb wel het kenteken genoteerd’ zei hij hoopvol. Helaas was het niet mogelijk om contact op te nemen met het betreffende gezin omdat het niet duidelijk was om wie het ging. Een enorme teleurstelling voor de beller. Maar ook voor ons. Want op dat moment konden we niet in gesprek om te kijken hoe het echt ging met het gezin.

Een situatie als deze zou je natuurlijk graag willen voorkomen. En ik denk ook dat het in veel van de situaties ook kan. Als je weet wat je kan doen en de stappen weet die je kan zetten is een begin gemaakt. Als je vervolgens ook echt in actie komt zou je zomaar eens een echt verschil kunnen maken.

Want ook in vakantietijd kan jij helpen om huiselijk geweld te stoppen.

De vakantieperiode is niet voor iedereen een periode van ontspanning en rust. Ook achter blije vakantiekiekjes kan een verhaal schuil gaan. Dat is een nare gedachte, maar huiselijk geweld neemt geen vrij in de vakantie. Sterker nog het kan ook zijn dat er geweld ontstaat.

Het voortdurend bij elkaar op de lip zitten, meer alcoholgebruik, geen contact met de gebruikelijke mensen. Geen rustpunt als de kinderen op school zitten. Veel hulpverleners en onderwijzers realiseren zich als de vakantie nadert maar al te goed dat hun leerlingen of cliënten het juist in de vakantieperiode zwaar hebben. Bij de hulpverlenende instanties merken ze vaak voor de vakantie een piek in het aantal hulpvragen en ook na de vakantie, als het normale leven weer op gang is gekomen is dat zichtbaar.

 

Elk moment dat je in actie komt is goed

Voor lang niet iedereen is het vanzelfsprekend dat je wat doet als je je erg zorgen maakt om iemand in je omgeving. Zorgen ontstaan vaak als er ineens een verandering plaatsvindt, je ziet een kind of een volwassene bijvoorbeeld ineens niet meer. Of je ziet dat er iets in het gedrag is veranderd. Als die situatie dan een tijdje weer hetzelfde blijft, dan kan het zijn dat je niet meer in actie komt en je ondertussen wel af en toe een knagend gevoel hebt wat er in je opkomt. Zou je dan toch niet nog iets moeten doen?

Welk moment je ook in actie komt, ieder moment zou een verschil kunnen maken. Natuurlijk is het van belang dat je dat zo snel mogelijk doet. De situaties zijn helaas vaak niet zo duidelijk dat je direct in actie gaat komen. Het is echter heel normaal dat je bezwaren voelt om dat te doen.

Niet ingrijpen voelt niet goed, maar wel ingrijpen kan ook niet goed voelen. Er is sprake van een duivels dilemma. Een dilemma is een signaal dat er ergens echt iets mis is, dus altijd een reden om het niet naast je neer te leggen. Zoek steun bij iemand of een organisatie die samen met jou een vervolg kan bepalen, ook in vakantietijd zijn instanties bereikbaar.

 

Kan je een gesprek aangaan? Doe het!

Wanneer je je zorgen maakt, kan een gesprek ook echt een verschil maken tussen zorgen blijven houden of wegnemen. Die persoonlijke ervaring heb ik een aantal jaar geleden gehad toen wij aan het kamperen waren met onze kinderen. Voor mij is kamperen echt het ultieme vakantiegevoel. Dat is mij met de paplepel ingegeven. Veel buiten zijn, weinig spullen nodig, spelen tot het donker begon te worden. Vrijheid! Dat kamperen ook gepaard gaat met ‘nieuwe buren’ werd ik mij deze zomer pas echt bewust. Ik zag zoveel om mij heen gebeuren en ook meer dan mij lief is. En dat was zeker niet alleen in positieve zin.

De ‘nieuwe buren’ die wij kregen waren namelijk ontzettend druk. Althans, hun kinderen. Die van mij kunnen ook druk zijn, maar direct werd mijn aandacht getrokken door het gedrag van hun zoontje. Die liep namelijk het speelveld op en sloeg het eerste de beste moment een schepje kapot van een ander kind. Ook sloeg hij direct zijn zusje, een paar jaar jonger, hard in het gezicht.

Tja… dan is het dus echt even op de handen zitten en kijken wat ouders doen. Voordat ik zelf in actie kom. De volgende ochtend werd ik echter al wreed uit mijn slaap gewekt. Zoonlief had het namelijk rond een uurtje of 6 op een krijsen gezet. Wat de ouders ook probeerden, hij bleef enorme hoeveelheden geluid produceren. Oefff…. zo je vakantie door moeten brengen. Ik had maar wat met ze te doen…

Het was wel duidelijk dat er met deze jongen wat aan de hand was. Contact maken ging lastig en hij was behoorlijk grenzeloos. Toch merkte ik bij hem wel enige begrenzing toen hij ook onze tent binnen wilde lopen en ik hem te kennen gaf dat hij eerst toestemming moest vragen aan mijn zoon om met zijn speelgoed te mogen spelen.

Waar bij mij direct alarmbellen afgingen door het gedrag van het zoontje, viel mij tegelijkertijd op dat de ouders ontzettende rust bleven houden. En na een paar dagen trad er verbetering op in het gedrag van het zoontje. Hij kende het terrein en de grenzen, hij maakte minder kabaal.

Ik vond het best lastig om te zien, maar vond het ook heel erg lastig om met hen daarover het gesprek aan te gaan. Toch heb ik de moed bij elkaar geraapt en heb hen aangesproken. Zij gaven aan dat zij, als jonge ouders, het enorm zwaar hadden. Hun zoon had op jonge leeftijd al meerdere diagnoses en zij zaten volop in de hulpverleningsmolen. De vakantie bleef voor hen echt een moment om het gestructureerde leven even achter zich te laten, maar zodra zij merkten dat hun zoon daar slecht op bleek te reageren, draaide zij hun standpunt daarover terug. Met het gewenste effect.

Ik vond het superstoer om te zien dat zij ervoor kozen wel naar een camping te gaan. Een plek waarvan zij wisten geconfronteerd te worden met enorme vooroordelen van de mensen om hen heen. Zij vertrouwden op hun eigen kunnen en dat pakte heel goed uit.

Een dilemma overwinnen heeft het mogelijk gemaakt een gesprek aan te gaan met deze ouders. Mijn zorgen waren weggenomen en zij voelden de oordelen wel die de andere mensen op de camping hadden. Ze vonden het fijn dat ik hen gewoon benaderd had. Als ik het gesprek niet aan was gegaan had ik met zorgen gezeten en zij met onrustige en prikkende ogen van mijn kant. Als je grote zorgen voelt kan je ze immers niet altijd onderdrukken. Gelukkig was het zo voor ons allemaal direct een veel ontspannender vakantie.

Maak jij je zorgen? Ook al ken je iemand niet en zie je iemand alleen op je vakantie adres? Huiselijk geweld neemt geen vakantie en jouw vakantie wordt een stuk fijner als je zorgen weg zijn genomen of als je iets hebt kunnen doen om het te stoppen. Ga een gesprek aan en als je niet weet hoe? Vraag advies. Het kan een verschil maken!

 

Tips om open het gesprek aan te gaan

  1. Stel geen waarom vragen: Vraag dus; hoe gaat het met jullie, ik zie dat jullie je handen vol hebben aan jullie zoon? In plaats van: Waarom pak je je zoon niet wat steviger aan?
  2. Geef geen ongevraagd advies: Een ongevraagd advies voelt als een impliciete boodschap dat je hoe iemand het nu aanpakt niet goed is. Vraag eerst wat ze zelf hebben geprobeerd om er mee om te gaan en hoe dat voor hen werkt.
  3. Stel open vragen en vat samen om na te gaan of je het goed begrepen hebt wat de ander aan jou vertelt. Dat nodigt uit tot doorpraten. De ander voelt dat je hem of haar serieus neemt.

 

Geschreven door Kirsten Regtop, (trainer, spreker en adviseur in de aanpak van huiselijk- en (ex-)partnergeweld bij Fabriek69)

 

Kirsten gaat in deze aflevering in gesprek met Sietske Dijkstra en Hameeda Lakho over professionele en persoonlijke moed in de aanpak van huiselijk geweld. Het is een cursus die in drievrouwschap in 2018 ontwikkeld is door Sietske, Hameeda en Kirsten.

Vanuit de driehoek; wetenschap en reflectie, ervaringsdeskundigheid en hulpverleningspraktijk reflecteren we in deze podcast op de verschillende betekenislagen van moed. Welke gedaanten moed kan hebben en waarom dit nodig is in de aanpak van huiselijk geweld.

Bekijk moedigemensen.nl voor meer informatie over dit aanbod.

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Als ik beelden terugkijk van de Ali B rechtszaak, kan ik niet anders dan een geloofwaardig persoon zien. En ik kan ook niet anders dan de verhalen van de slachtoffers geloven. De verwarring is compleet. Het blijft me fascineren hoe het kan dat de beleving van mensen zo ver uit elkaar ligt. Ergens in het gebied waar de verhalen aan elkaar verschillen, mag de rechter bepalen of er genoeg bewijs ligt om de conclusie te trekken dat er sprake is van een strafbaar feit. Ik ben blij dat ik die rol niet heb.

 

Wanhoop

Ik heb niet alles op de voet gevolgd en weet dus lang niet alles wat er te weten valt over de zaak tegen Ali B. Wat ik echter wél weet en wat me opvalt in de zaak is zijn enorme wanhoop. De wanhoop uitte hij in zijn emotionele momenten tijdens de zittingen, maar ook bleek het uit de berichten over het onder druk zetten van de advocaten van de slachtoffers om verklaringen ingetrokken te krijgen. Hoewel dit – uiteraard – door de advocaat van Ali B wordt tegengesproken. Is het wanhoop omdat hij onschuldig is of wanhoop omdat hij de gevangenis wil ontlopen? Wie zal het zeggen? Het zou allebei kunnen. Ik ga daar niet over, maar ik vraag me wel af of Ali zelf het echte verhaal nog wel kent.

 

Mindfuck

Het geheugen speelt namelijk vreemde spelletjes. Zo weet ik bijvoorbeeld echt niet meer wat ik vorige week maandag heb gegeten (of gedaan). Als ik heel goed nadenk, kom ik mogelijk nog wel op de grote lijnen, maar de details van een echt verhaal zullen ontbreken. Het lijkt een waardeloos voorbeeld maar ook als het om ingrijpende gebeurtenissen gaat, doet het geheugen rare dingen. Ik weet vrij zeker dat ik mijn dader van het seksueel geweld dat ik heb meegemaakt – al zou hij recht voor me staan – niet eens zou herkennen. Of is dat ook een truc van de hersenen om mij dat te laten denken? Wat ik weet vanuit mijn eigen ervaring is dat de hersenen in staat zijn om gebeurtenissen aan elkaar te rijgen met logische gevolgtrekkingen om het tot een kloppend verhaal te maken. De herinnering aan mijn seksueel geweld ervaring die ik jaren later had, bleek anders te zijn dan hoe ik het in mijn aangifte terug las. Zo kan ik me dus voorstellen dat de ene persoon een volstrekt ander verhaal heeft dan de ander en dus de slachtoffers een ander verhaal hebben dan Ali B. Ali B noemt iets ‘vreemdgaan’ waar de slachtoffers het hebben over seksueel geweld.

 

Waarheidsvinding door victim blaming?

Toch zoek je naar de waarheid. Ook ik. Ik kan dan wel wéten dat de hersenen er een eigen verhaal van kunnen maken en iemand van het eigen verhaal overtuigd kan zijn, maar de waarheid boven tafel krijgen is wat je wil, wat ík wil en wat een rechter wil. De moeilijkheid van waarheidsvinding in zedenzaken is dat het veelal een situatie betreft tussen twee mensen zonder getuigen. Ik laat de waarheidsvinding in de Ali B zaak met plezier los en laat het aan de rechter om er iets van te vinden. Ik houd het liever bij de kennis die ik heb van de reacties die slachtoffers kunnen hebben én die van de omgeving. De advocaat van Ali B heeft volgens een bericht van Nu.nl aangegeven dat de verklaring van de vrouwen in twijfel moet worden getrokken onder andere door de psychische problemen van één van hen. Er is niet meegewogen dat deze psychische problemen zijn ontstaan ná de aanranding. De melders zouden volgens de advocaat van Ali B zoals in hetzelfde bericht van Nu.nl ook nog eens beïnvloed zijn door de BOOS aflevering. Want Ellen ten Damme meldde haar verkrachting “pas” ná de uitzending, wat Ali B als “de ideale zondebok” zou maken voor haar. Ook beweren de advocaten van Ali B dat er te weinig bewijs is voor het seksueel geweld, mede doordat het enige tijd heeft geduurd voordat de vrouwen naar de politie zijn gegaan. Ik hoor verschillende keren het verwijt: “Waarom ben je niet eerder met je verhaal gekomen?” Victim blaming. Alweer. En ik kan het de advocaten van Ali B amper kwalijk nemen. Zij zetten alles op alles om Ali B naar een vrijspraak te helpen. Daar worden ze voor betaald. Maar pijnlijk is het wel.

Geloofwaardigheid

Ik kan het niet laten… Ik voel wederom de noodzaak om uit te leggen waarom slachtoffers er “zo lang mee wachten hun verhaal te doen” (of het soms zelfs mee hun graf in nemen). Er zijn namelijk veel meer redenen om níet met je verhaal te komen dan wel. Om er zomaar een paar te noemen: de angst niet geloofd te worden (wat realiteit is), de angst voor beschuldigende woorden en andere nare reacties van omstanders (wat realiteit is), gooi daar nog een vleugje media en bekendheid bovenop en het is compleet. Is het zo lastig te begrijpen dat een slachtoffer pas uit de schaduw treedt als het veiliger voelt? Bijvoorbeeld doordat je door een BOOS uitzending weet dat je er niet alleen voor staat en dat er tenminste een paar andere vrouwen aan jouw kant staan en begrijpen wat je doormaakt? Dat ze zo dapper zijn geweest om voor het oog van heel Nederland überhaupt ooit uit de schaduw te treden, maken ze juist eerder geloofwaardig voor mij. Helaas voor mijn eigen behoefte aan “de waarheid” (wat dat ook moge betekenen…) doet het niks af aan mijn gevoel dat Ali B ook geloofwaardig klinkt in het stukje van zijn eigen waarheid. En dan ben ik weer terug bij af.

Aan het eind van het verhaal ga ik uiteraard niet over wie wel of niet geloofwaardig is en wie wel of niet de waarheid spreekt. Gelukkig is dat zaak voor de rechtbank. Ik zie opnieuw een zedenzaak (of eigenlijk moet ik zeggen: zedenzaken – het zijn er tenslotte vier) met alleen maar verliezers. En is het ooit anders?

 

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Dus het slachtoffer heeft een ‘waardige aftocht’ gekregen van het OM door erkenning te geven dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden? Met als toevoeging dat het OM verwacht dat slachtoffer als niet betrouwbaar kan worden gezien door de rechtbank? Zei hij dat echt? En zei hij nu ook ‘dat een sepot bij voorbaat al voorzienbaar was’? Tussen de regels hoor ik de ‘net goed’ en voel ik de trap na. Ben ik eigenlijk verbaasd over de wijze waarop advocaat Wouter Morra over Nienke Wijnhoven in de zaak tegen Jeroen Rietbergen spreekt? Mijn eerste reactie is zeker die van verbazing. Er raast ongeloof door mijn lijf bij het horen van Morra’s woorden. En toch ben ik snel daarna alsnog niet verbaasd. ‘Want Sarah: je weet toch hoe het werkt?’, spreek ik mezelf toe. Ook advocaten doen aan victim blaming.

 

Waarom?

… en artsen en psychologen en je vrienden… Wie doet eigenlijk niet aan victim blaming? Nou, feitelijk doet iedereen aan victim blaming. Als een slachtoffer vertelt over seksueel geweld is het een logische reactie van de mens om weerstand te voelen. De wens om je gedachten over een ‘veilige wereld’ zoals jij die kent in stand te houden en het ongemak van de machteloosheid uit de weg te gaan, maken dat je het slachtoffer vraagt waarom ze in hemelsnaam dan met hem mee naar huis is gegaan na die leuke stapavond. Maar die vraag stellen, kan een slachtoffer nog méér beschadigen dan het geweld al gedaan heeft. Belangrijk is te wéten dat victim blaming altijd op de loer ligt en een stomme vraag zo gesteld is, maar dat je in gesprek er vervolgens voor kiest iets anders uit je mond te laten rollen.

 

Angst

In dit licht is het heel logisch dat slachtoffers moeite hebben te vertellen over hun seksueel geweld ervaring. De angst niet te worden geloofd en de angst voor de reactie van mensen in de omgeving maken dat slachtoffers zwijgen. En de angsten zijn terecht. De realiteit is dat velen te maken krijgen met vervelende reacties. Het slachtoffer de schuld geven lijkt in ons DNA gestanst. Vraag jezelf eens af: zou jij staan te trappelen het aan mensen te vertellen met het risico dat je niet geloofd wordt of dat je wordt verteld dat het waarschijnlijk je eigen schuld was omdat je er wel om gevraagd zal hebben? Ik hoor het je bijna denken: ‘maar mij overkomt geen seksueel geweld’. Ook dat is een logische reactie, maar niet de realiteit. Het kan iedereen overkomen, maar dat wil niemand horen.

 

Verschillende gezichten

Victim blaming komt zo vaak en in zoveel verschillende hoedanigheden voor. Het bestaat niet alleen uit de stereotype vraag stellen: ‘Waarom had je dan een kort rokje aan?’. Nee, victim blaming heeft vele gezichten. Recent onderzoek naar victim blaming van Iva Bicanic (hoofd van het Landelijk Psychotraumacentrum van het UMC Utrecht en directeur-bestuurder van het Landelijk Centrum Seksueel Geweld) toonde aan dat victim blaming verpakt wordt in een diversiteit aan uitingen. Ze destilleerde verschillende categorieën. ‘De waaromvragers’ is de meest voor de handliggende (bijvoorbeeld: ‘waarom heb je niks gezegd?’), maar andere voorbeelden zijn; ‘de betweters’ (‘mij zou dat nooit zijn overkomen’), ‘de ongelovigen’ (‘weet je wel zeker dat het is gegaan zoals jij zegt?’) en ‘de scherpschutters’ (‘jij hebt ook altijd van die rare dingen’). En dit is maar een kleine greep…

 

Victim blaming in kwadraat

Goed, Wout Morra haalde Nienke Wijnhoven door het slijk. Toch was het blijkbaar nog niet erg genoeg. Want na de Renze-uitzending zie ik – om het af te toppen – nog een video op YouTube van de Telegraaf waarin de uitzending van Renze wordt besproken en beweerd wordt dat Nienke het zelf niet handig heeft gedaan, want ‘ik ben het er natuurlijk wel mee eens dat ze eerst naar de politie had moeten stappen want ze heeft Jeroen Rietbergen ook onnodig beschadigd aan tafel bij Beau’. Ik zou hier in Whatsapp een paar aardige emoticons op rij kunnen loslaten om mijn gevoelens over deze uitspraak aan te geven. De uitspraak wordt later genuanceerd of ‘uitgelegd’, maar het is dan al gezegd: victim blaming.

 

‘Doe aangifte, doe aangifte’

Terug naar de Renze-uitzending. Waar Wout Morra mij wel voor zich wint is wanneer hij zegt dat het schadelijk is geweest om Nienke Wijnhoven tijdens de uitzending bij Beau te zeggen dat ze aangifte moet doen. Dit ‘advies’ wordt destijds uitgesproken door zowel Angela de Jong als Kees van der Spek. Angela de Jong benadrukt aan tafel bij Renze dat ze het prima vindt als mensen voortaan aan talkshow tafels komen vertellen wat hun is misdaan, maar dat ze volgens haar naar de politie moeten. Tenenkrommend… Want slachtoffers móeten helemaal niet naar de politie. Zal ik toch emoticons gebruiken om uit te drukken wat ik vind?

 

Prachtige stem

Over krommende tenen gesproken… Het ging over Nienke. Een jonge vrouw met een prachtige stem die op geen enkele wijze een stem had aan die tafel. Hoe had zij geklonken? Wie had háár stem? Dat was wat ik de hele uitzending dacht. Het enige waar ik aan kon denken; hoe zou zij hierop reageren, hoe zal zij zich voelen als ze de uitzending ziet en hoort wat iedereen over haar zegt? In de loop van de uitzending noemt Marjan Olfers (onderzoeker sociale veiligheid) Godzijdank dat het gaat over een zaak waarbij er één iemand uit wordt gelicht terwijl zowel zij als haar advocaat er niet zijn en ze zich dus niet kan verdedigen. En hoe verdrietig dit is. Exact. Uitgerekend Jeroen Rietbergen gaf hier mooie woorden aan: ‘Inmiddels ben ik mij ervan bewust dat mijn eigen perceptie helemaal niet relevant is, maar veel meer de perceptie van betreffende vrouwen.’ Exact.

Om mee af te sluiten… in een zaak als deze bestaan alleen verliezers. Niemand heeft ‘gewonnen’. Nienke verdient geen trap na, want wanneer een zaak geseponeerd wordt, betekent het niet dat een gebeurtenis niet heeft plaatsgevonden en óók niet dat er niks strafbaars is gebeurd.

 

Geschreven door Sarah Tulling

Illustratie door Proud2bfem

In deze podcast gaan Christel van der Horst (Fabriek69) en Maik Krijgsman (Transparant Voorlichtingen) in gesprek over het onderwerp Genderdysforie. Maik (24) is geboren als vrouw en na een lange zoektocht startte hij in 2014 zijn transitie.

Ook in deze Pride Month 2024 is het hard nodig om informatie hierover te delen en dat doet Maik in alle openheid en transparantie. Op een toegankelijke manier bespreekt Maik vele onderdelen van zijn leven met Christel, en doet dat ook nog eens op een begrijpelijke manier.

Als luisteraar krijg je veel nuttige en waardevolle info over genderdysforie, wat het inhoudt voor iemand die trans is en wat je als professional of als omstander kunt betekenen.

 

In deze podcast reflecteren Jeroen en Kirsten op de reacties in de media op de ernstige situatie in Vlaardingen waarbij een meisje van 10 door haar pleegouders dusdanig is mishandeld dat zij in het ziekenhuis terecht is gekomen met ernstige verwondingen. Aanleiding is de zorg dat de reactie die we zien in de media iedere keer bij dergelijk ernstige situaties tot op heden nog niet heeft geleid tot een structureel verschil voor kinderen.

  • Hoe komt het dat professionals niet handelen terwijl er wel ernstige signalen zijn?
  • Welke mechanismen liggen daar aan ten grondslag en hoe kan je daarmee omgaan?
  • Hoe komt het dat we het dan direct hebben over verantwoordelijke instanties, ketensamenwerking en protocollen?
  • Hoe komt het dat het wel heel duidelijk kan zijn dat er iets ernstig mis is we dit toch niet zien?

Een oproep voor professionals om niet naar buiten te kijken, maar zelf ook aan de slag te gaan om dit anders te kunnen doen.

 

Fabriek69 ging in gesprek met Maik Krijgsman (24). Hij werd als kind misbruikt door iemand in zijn directe omgeving.

Maik verteld over zijn ervaringen en wat het met hem gedaan heeft. Maar hij verteld ook dat hij zijn dromen najaagt. Zo heeft hij sindskort de opleiding tot ervaringsdeskundige afgerond, is een eigen bedrijf gestart, Transparant Voorlichtingen, en geeft hij voorlichting over genderdysforie (Maik is transman), seksueel- en huiselijk geweld.

Luister naar aflevering 11 van onze podcast en hoor hoe je van een nare situatie ook je kracht kan maken.

 

www.fabriek69.nl

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

In de wachtkamer van de praktijk – voordat ik me over zou geven aan de handen van de mondhygiënist – las ik over Thijs. Over Thijs Römer die een grens over ging, zijn acties eerst goed praatte, maar later alsnog zijn verantwoordelijkheid nam en zijn celstraf aanvaardde. Ik kreeg niet de kans mijn gedachtespoor uit te lopen in die wachtkamer – laat staan dat het me lukte in de stoel – maar Thijs bleef daarna rondspoken.

 

Verantwoordelijkheid

‘Geen commentaar’, is een veelgehoorde reactie van plegers – en dan die van seksueel geweld in het bijzonder – op zowat elke vraag. Ze ontkennen, noch erkennen dat er inderdaad iets heeft plaatsgevonden wat niet oké was. De verantwoordelijkheid pakken voor de daden die gepleegd zijn, de wonden die het geslagen heeft en boven alles het slachtoffer ontschuldigen voor wat de pleger heeft gedaan… Ik zie of hoor het zelden. Waar ik in een eerder artikel schreef over de misstappen van Thijs Römer, wil ik diezelfde man nu prijzen. Ik richtte mijn schrijven in dat artikel rechtstreeks aan Thijs: “Je was ten tijde van het misbruik 30 jaar. 2x ouder dan je fans, met 20x meer levenservaring en je had dus 200x beter moeten weten. Een 30 jarige vent moet zijn hersens gebruiken – hersens die op die leeftijd wél volgroeid (zouden moeten) zijn.” En precies dát heeft hij uiteindelijk gedaan. Bedankt Thijs, dat je deed wat nodig was voor je slachtoffers.

 

Hoe dan?

De zwart-witdenkers zullen tekeer gaan en zich afvragen of ik wel goed bij mijn hoofd ben om een pleger – een veroordeelde pleger zelfs – te bedanken en zelfs te prijzen. Hoe dan? Omdat Thijs Römer heeft gedaan wat elke pleger zou moeten doen; verantwoordelijkheid nemen. Hij heeft zijn celstraf geaccepteerd en heeft zijn hoger beroep – wat hij aanvankelijk dus wel ingesteld had – ingetrokken. Hij zei hier zelf over in een verklaring: “Ik realiseer me dat de gebeurtenissen grote impact hebben gehad op de slachtoffers en dat hier maar één persoon verantwoordelijk is: ikzelf. (…) De oprechtheid en de waarde van dit besef kan ik nu alleen ‘bewijzen’ door de straf te aanvaarden en dus niet door te gaan met het door mij ingestelde hoger beroep. Hiermee hoop ik rust te brengen in het leven van alle betrokkenen.”

 

Effect

Hoe goed het ook lijkt, er zijn ook altijd kritische geluiden. Thijs zou zijn straf alleen maar accepteren om zijn carrière te redden of Thijs gaat het ongetwijfeld heel makkelijk hebben omdat hij een voorkeursbehandeling zal krijgen in de gevangenis. Al zou het waar zijn; het enige waar het over zou moeten gaan, is wat het voor de slachtoffers betekent dat Thijs Romer – hun pleger – verantwoordelijkheid neemt en zegt: ‘jullie hebben gelijk; ik was fout’. Voor de slachtoffers betekende het opluchting en erkenning. Én de mogelijkheid om te gaan verwerken. Het is namelijk extra ingewikkeld om seksueel misbruik te verwerken als erkenning (van de pleger) ontbreekt.

Ik lees veel berichten en artikelen over seksueel geweld. Daarbij valt het me op dat het heel moeilijk is om feitelijk te berichten. Een pleger is al snel een perverse hond. Terwijl het zo niet is. Níet alleen. De nuance mag er best wat meer ingebracht worden. Er zijn in de zaak van Thijs alleen maar verliezers. Moeten we hem al die schoppen na geven en er extra berichtgevingen bovenop gooien? Hoe zou dat zijn slachtoffers, hem, zijn naasten, zijn dochter ooit goed doen? De rechter heeft bepaald, de gevangenisstraf is geweest. Hoeveel meer slijk en bagger moet er nog overheen voordat het genoeg is, voordat zijn geslachtsdeel er niet meer af hoeft?

Ik lijk zowat te pleiten voor de plegers, maar dat is uiteraard ook een tikkeltje ongenuanceerd. Ik pleit wel voor plegers die verantwoordelijkheid nemen en ik ben ook van nuance, van tegengeluid en het aanzetten tot denken. Het gedrag van een pleger valt niet goed te keuren, maar hij of zij blijft een mens met meer dan alleen plegerschap in zich. En het is natuurlijk pretentieus van mij te denken dat ik plegers – of wie of wat dan ook – kan helen met mijn goede intenties. Maar waar anders te beginnen dan daar? Ik pleit voor een open blik, geest en armen. Ook als dat moeilijk is.

 

Door Sarah Tulling

Als aandachtsfunctionaris loop je soms tegen uitdagingen aan, zoals het gebrek aan adviesvragen van collega’s. Maar waarom vragen die collega’s niet om advies?

1.⁠ ⁠Ze weten mogelijk niet dat je aandachtsfunctionaris bent.
2.⁠ ⁠De organisatie benadrukt mogelijk niet voldoende het belang van het thema.
3.⁠ ⁠Collega’s ervaren mogelijk afweer ten opzichte van het thema.

Wil je weten hoe je deze situatie kunt veranderen? Luister naar aflevering 10 van de podcast voor drie waardevolle tips!

 

 

www.fabriek69.nl

Wil je de inhoud van de podcast liever lezen? Lees dan hieronder verder.

 

Waarom je als aandachtsfunctionaris te weinig om advies gevraagd wordt

En drie tips om dat wel voor elkaar te krijgen

Dit artikel gaat over een onderwerp waar je als aandachtsfunctionaris mee te maken kan krijgen. Namelijk dat jouw collega’s je niet of minder vaak om advies vragen dan je zou willen. Omdat jij je ervan bewust bent dat ook onder jouw doelgroep 1 op de 30 kinderen met een (mogelijke) vorm van kindermishandeling te maken heeft, kan het niet anders dan dat jouw collega’s met kinderen of volwassenen werken die daar ook mee te maken hebben. Maar voordat we ingaan op die adviesvragen leg ik je eerst uit wat een aandachtsfunctionaris eigenlijk is.

Een aandachtsfunctionaris heeft de taak om, zoals de naam al zegt, de aandacht voor het betreffende thema binnen de organisatie op de kaart te houden. Er zijn verschillende namen voor aandachtsfunctionarissen. Soms worden ze aandachtsvelders, taakaccenthouders of iets dergelijks genoemd. Ook kun je aandachtsfunctionaris zijn voor verschillende thema’s zoals huiselijk geweld en kindermishandeling, veiligheid, seksueel geweld, RIS (Relaties, Intimiteit en Seksualiteit), complexe scheidingen, eergerelateerd geweld enzovoort, enzovoort.

Kenmerkend voor de thema’s van aandachtsfunctionarissen is dat het thema’s zijn waarvoor de aandacht snel verslapt. Dit komt meestal doordat professionals zich er sneller handelingsverlegen bij voelen omdat het om intieme en persoonlijke thema’s gaat. Het thema geeft hun bijvoorbeeld een gevoel van onveiligheid, waardoor het noodzakelijk is om dit bespreekbaar te maken omdat de gevolgen daarvan onzeker zijn. Kennis over het thema is belangrijk om goed, professioneel en integer te kunnen handelen.

Het is belangrijk om te weten dat – ondanks dat de naam ‘aandachtsfunctionaris’ wellicht anders doet vermoeden – dit een taak is en geen functie. En dat het bij die taak hoort om het thema onder de aandacht te houden en een vraagbaak te zijn voor je collega’s omdat jij als aandachtsfunctionaris de kennisspecialist bent of wordt. Daarnaast kun je ook de taak hebben om mee te denken over beleid en protocollen die relevant zijn voor jouw thema. Je hebt daarom de verantwoordelijkheid om zelf je kennis bij te spijkeren.

En jouw manager of directeur heeft de verantwoordelijkheid om jou niet alleen de taak van aandachtsfunctionaris te geven, maar om jou daarnaast te faciliteren. Dus: om uren beschikbaar te stellen, duidelijke taken en verantwoordelijkheden af te bakenen en jou te ondersteunen in de activiteiten die je doet.

Dit is in grote lijnen wat de taken van een aandachtsfunctionaris inhouden.

Drie redenen waarom jouw collega’s niet bij je komen voor een adviesvraag

Het adviseren van collega’s over jouw thema, daar gaat dit artikel over. Dus: hoe zorg je ervoor dat die collega’s met hun adviesvragen bij jou komen? En hoe verklaar je dat zij dat niet, of niet zo vaak, doen?

  1. Jouw collega’s weten niet dat er een aandachtsfunctionaris is

Het kan zijn dat jouw collega’s niet weten dat jij die taak hebt. Het klinkt heel simpel, maar veel aandachtsfunctionarissen vergeten hoe belangrijk het is dat hun collega’s weten dat zij die rol vervullen. In de trainingen die wij aan aandachtsfunctionarissen geven nemen we daarom vaak het thema ‘positionering’ op. Want negen van de tien keer zijn aandachtsfunctionarissen de laatsten die willen dat zij als persoon centraal staan. De motivatie gaat immers om dat wat zij als aandachtsfunctionaris kunnen bereiken voor de doelgroep van de organisatie. We weten dat heel veel professionals – vooral sociale professionals – een hekel hebben aan het positioneren en presenteren van zichzelf en hun taak: ze hebben niet voor niets voor een zorgend beroep gekozen.

Toch is het nodig dat je jezelf zichtbaar maakt. Er zit een hele theorie achter hoe je ervoor kunt zorgen dat jij als persoon zichtbaar bent terwijl het wel om het thema (zoals huiselijk geweld, kindermishandeling of RIS) blijft gaan – en waarom dit effectiever is. Jouw collega’s doen namelijk liever zaken met een collega dan met een thema. Een van mijn favoriete quotes is dan ook: ‘Nobody cares how much you know, until they know how much you care’, van Roosevelt. Vrij vertaald in het Nederlands: ‘Niemand geeft er een ruk om hoeveel je weet zolang ze niet weten hoeveel je geeft om je doelgroep en om je collega’s’.

  1. De organisatie benadrukt onvoldoende het belang van aandacht voor het thema

Een tweede mogelijke reden waarom je collega’s niet met hun adviesvragen bij je komen, is dat zij niet op de info zitten te wachten. Dat kan komen doordat ze te druk zijn. Of doordat er binnen de organisatie te weinig belang wordt gehecht aan het thema. Laten we op dat laatste ingaan. Als jouw manager of directeur echt wil dat de medewerkers aan de slag gaan met het thema dan moet hij/zij ervoor zorgen dat alle medewerkers weten dat de organisatie aandacht vraagt voor het thema. Dat het thema goed geborgd wordt in de kwaliteitscyclus. Dat hij/zij jou uitgesproken steunt, door bijvoorbeeld bij bijeenkomsten aanwezig te zijn en jou te faciliteren bij het organiseren van deze bijeenkomsten. Dat hij/zij medewerkers aanspreekt die het beleid niet steunen. Op die manier creëert hij/zij de draagkracht die jij nodig hebt om jouw adviestaak uit te voeren.

  1. Jouw collega’s ervaren afweer

Een andere reden waarom je collega’s niet bij je komen is dat zij afweer ervaren ten aanzien van het thema. Deze afweer kan voortkomen uit persoonlijke ervaringen, waardoor het thema voor hen te dichtbij komt, maar ook doordat wij als mensen van nature liever niet de onveiligheid opzoeken. Niet alle mensen bijten zich graag in moeilijke thema’s vast. Het kan dus allerlei oorzaken hebben, maar vooral wanneer we het hebben over huiselijk geweld, kindermishandeling of seksueel geweld is dit interne mechanisme zo buitengewoon sterk dat we soms zelf niet in de gaten hebben dat we vanuit afweer reageren. Dit onbewuste reageren op casussen of situaties waarbij (mogelijk) sprake is van onveiligheid veroorzaakt soms tunnelvisie, waarbij signalen volkomen genegeerd worden. Wanneer dit gebeurt zien je collega’s simpelweg niet dat er een aanleiding is om contact met jou op te nemen voor advies.

Drie tips om ervoor te zorgen dat jouw collega’s wel bij je komen voor advies

Wat kan jij doen om ervoor te zorgen dat jouw collega’s wel bij je aankloppen? Daar hebben we een paar tips voor die je alvast op weg kunnen helpen:

  1. Maak kenbaar dat je aandachtsfunctionaris bent en waarom je dit bent. Jouw motivatie om aandachtsfunctionaris te zijn inspireert collega’s om in actie te komen. Als je dit aan de hand van een situatie doet waarmee je te maken hebt gehad, een ervaring waardoor je geraakt bent of door jouw persoonlijke en professionele reis te beschrijven raak je je collega’s op emotioneel niveau waardoor ze eerder bereid zijn om naar jouw verhaal te luisteren.
  2. Vraag de manager of directeur om jou voor te stellen aan je collega’s (als je in een grotere organisatie werkt). Of neem een interview af met hem of haar om de motivatie van inzet rond het thema vanuit de lijn aan iedereen duidelijk te maken en zorg ervoor dat ook jouw naam en functie genoemd wordt. Zo ontstaat er alvast wat draagvlak naar jouw collega’s.
  3. Maak je collega’s aan de hand van cijfers duidelijk wat de ernst en de omvang van het thema is en deel bijvoorbeeld een ervaringsverhaal van iemand die met behulp van een volwassene uit een kindermishandelingssituatie is gekomen. Op die manier laat je zien dat ook kleine gebaren al van groot belang kunnen zijn… maar dat dit alleen kan als je het zelf durft te zien.

Ik hoop dat je alvast veel aan deze drie tips hebt, maar we hebben er natuurlijk nog veel meer voor je. Wij hebben zelf ervaring als aandachtsfunctionarissen binnen verschillende organisaties, daardoor kennen we vanuit de praktijk alle dingen waar je tegenaan kunt lopen. Om die reden hebben we specifiek voor aandachtsfunctionarissen een aantal zaken ontwikkeld. Zo geven we vanaf dit najaar een opleiding tot aandachtsfunctionaris Relaties, Intimiteit en Seksualiteit. (Kijk in onze agenda voor alle informatie over deze cursus.) En we hebben een online en on demand-cursus voor aandachtsfunctionarissen waarin we het profileren binnen organisaties en advisering behandelen: het online TOP-traject. Deze cursus is te vinden op onze website onder het kopje ‘Wat we doen’.

Heel veel succes en wie weet zien we je bij een van onze trainingen!

Door: Kirsten Regtop