Bij seksueel geweld spelen emoties, loyaliteiten en interpretaties een rol omdat er vaak geen harde bewijzen zijn. De kans is groot dat er splijting optreedt in een team, een organisatie of zelfs in de samenleving.

Splijting betekent dat mensen partij kiezen, waardoor er ontwrichting plaatsvindt. Seksueel geweld is bij uitstek een splijtend fenomeen. Bij andere ingrijpende gebeurtenissen zoals een inbraak zijn er vaak bewijzen zoals sporen van braak of getuigen die iets gezien hebben. Maar bij seksueel geweld is dat lang niet altijd het geval. Hierdoor wordt het onduidelijk en dat levert soms extreme frictie op, juist omdat het zo’n taboeonderwerp is.

Wanneer treedt splijting op

De splijting kan zich voordoen nadat een (vermoedelijk) slachtoffer een onthulling heeft gedaan: de onthulling wordt door de één wel geloofd en door de ander niet. Je kunt je voorstellen dat dit leidt tot ontwrichting in een team van begeleiders. Als de splijting niet adequaat wordt opgemerkt en aangepakt kan dit doorgaan binnen de organisatie en zelfs in de samenleving daarbuiten.

 

Wat zijn de gevolgen van splijting

Splijting uit zich onder andere door de fricties die het geeft, bijvoorbeeld in een organisatie. De cliënten uiten emoties en spanningen naar elkaar. Tussen de ouders van het (vermoedelijke) slachtoffer en de (vermoedelijke) pleger ontstaat spanning, of tussen teamleden onderling. Ook in de samenleving zien we de splijting terug. Wie gelooft wie in een zaak van seksueel geweld die moeilijk bewezen kan worden? Er ontstaan discussies op social media met mede- en tegenstanders, met beledigingen en zelfs bedreigingen over en weer. Niet alleen vanuit of gericht aan de betrokkenen, maar ook door en aan degenen die een andere mening hebben. Dit is zeer actueel, met alle zaken die momenteel in de media besproken worden.

(Vermoedelijke) slachtoffers worden niet altijd geloofd, (vermoedelijke) plegers worden soms onterecht tot pleger gestigmatiseerd. Of: de daadwerkelijke plegers worden juist niet herkend. Door deze complexe dynamiek zijn organisaties soms bang om op te treden. Wanneer medewerkers niet goed weten hoe te handelen worden spontane onthullingen van cliënten of signalen in gedrag soms niet serieus genomen, verkeerd geïnterpreteerd of verkeerd opgepakt. Je kunt je voorstellen dat dit ernstige gevolgen kan hebben voor alle betrokkenen.

 

Hoe om te gaan met splijting

Splijting kan een van de onderwerpen zijn – in bijvoorbeeld een intervisie – die we vanuit Fabriek69 begeleiden. We hebben het dan over de emoties, loyaliteiten en voorbarige interpretaties. Kritisch naar je eigen handelen kijken en de borging in je organisatie helpt om splijting in de toekomst te voorkomen. En om daadkrachtig en zorgvuldig handelen bij (vermoedens van) seksueel misbruik te bevorderen.

Wil je meer weten over splijting? Lees dan het boek ‘Het grote 9-tot-5-taboe’, waarin Christel en Jeroen een hoofdstuk gewijd hebben aan dit thema. Kijk hier om het boek te bestellen. 

Door: Jeroen Hindriks en Kirsten Regtop

“Personen die naar beeldmateriaal van seksueel misbruik van minderjarigen kijken zijn vaak zelf nog jong. Stop it Now, een hulplijn voor personen met seksuele gevoelens en/of gedrag richting minderjarigen, ziet al jaren dat een groot deel van de personen die contact opnemen in de leeftijdscategorie ‘tot en met 25 jaar’ valt. De Nationaal Rapporteur ziet ook dat jongeren een groot deel vormen van de daders van seksueel kindermisbruik. Personen die hands-off delicten plegen, zoals het bezitten en/of verspreiden van beeldmateriaal van seksueel misbruik van minderjarigen, zijn in bijna een derde van de gevallen minderjarig. Uit een onderzoek naar kijkers van beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik op het Darkweb blijkt dat 65 procent van de respondenten minderjarig was toen ze voor het eerst in aanraking kwamen met het materiaal”.

 

Deze cijfers zijn zorgwekkend. Ze tonen aan dat personen al op jonge leeftijd seksueel grensoverschrijdend gedrag kunnen vertonen. Naast de kans dat de plegers hierdoor al op jonge leeftijd met justitie in aanraking komen, heeft dit gedrag ook invloed op de seksuele ontwikkeling van deze jongeren. Het is belangrijk dat er aandacht is voor deze jonge plegers en wat hen motiveert tot het vertonen van delictgedrag. Een gedegen aanpak voor de preventie van seksueel kindermisbruik begint bij de (potentiële) pleger.

Danny (16) kijkt bijna dagelijks naar porno. Hij kijkt voornamelijk naar vrouwen in de categorie ‘teens’. Dit doet hij al jaren, maar de laatste tijd raakt hij minder opgewonden van de filmpjes die hij bekijkt. Hij spendeert meer tijd aan het zoeken naar nieuwe filmpjes en bekijkt ook steeds extremere beelden. Hij komt online een filmpje tegen van een meisje dat niet ouder dan 12 jaar lijkt te zijn. Hij wil het niet bekijken, maar voelt tegelijk de spanning toenemen. Dat het niet mag, maakt het alleen maar spannender. Zo gaat het steeds een stapje verder. Danny voelt dat hij de controle verliest over zijn kijkgedrag en schaamt zich hiervoor. Hij wilt ermee stoppen, maar hoe?

 

Risico’s van online experimenteren

De online wereld speelt een belangrijke rol in de seksuele ontwikkeling van jongeren. Zo is sexting (het versturen van seksueel getinte berichten, foto’s of filmpjes van jezelf via je mobiel of tablet) voor sommige jongeren een manier om te experimenteren met seksueel gedrag, bijvoorbeeld in een romantische relatie. Ook is het kijken naar porno voor veel jongeren een manier om seksualiteit te ontdekken en seksuele opwinding te ervaren. Jongeren geven aan dat ze van porno kunnen leren over seksualiteit en hun seksuele identiteit. Al kan porno ook zorgen voor een onjuiste of onrealistische beeldvorming van seksualiteit. Onderzoek toont aan dat het kijken naar porno kan zorgen voor vrouwonvriendelijke attitudes en stereotype opvattingen over mannen en vrouwen. Het kijken naar porno is mogelijk ook gerelateerd aan risicovol of seksueel grensoverschrijdend gedrag, al zijn er tegenstrijdige bevindingen wat betreft de link tussen porno en seksuele agressie. Deze link is mogelijk groter bij het kijken naar gewelddadige porno. Voorlichting aan jongeren over porno kan deze mogelijke ongewenste effecten verminderen. Sommige jongeren beginnen al op jonge leeftijd met het kijken naar porno, wat een effect kan hebben op hun pornogebruik op latere leeftijd. Een onderzoek laat zien dat personen die kijken naar illegale porno (met kinderen en/of dieren) vaker op jonge leeftijd zijn begonnen met het kijken naar volwassen porno. Indien er geen goede voorlichting is, kan het kijken naar porno op jonge leeftijd dus risico’s met zich meebrengen.

 

Escalatie in pornokijkgedrag

Een onderzoek van Stop it Now en de Nationaal Rapporteur naar jonge (potentiële) plegers van seksueel kindermisbruik die contact opnemen met Stop it Now laat zien dat er verschillende aanleidingen zijn voor het delictgedrag van jonge plegers. Sommige jongeren komen erachter dat ze gevoelens hebben voor kinderen, wat een rol speelt in het zoeken naar beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik. Echter, er is een grote groep plegers die aangeeft geen seksuele voorkeur voor minderjarigen te hebben. Deze jongeren vertellen bijvoorbeeld nieuwsgierig te zijn of op zoek te zijn naar spanning. Een belangrijk thema dat veel terugkomt is dat jonge plegers risicovol kijkgedrag vertonen of een escalatie ervaren in het porno kijken. Met risicovol kijkgedrag wordt bedoeld dat jongeren naar porno zoeken in een grijs gebied dat wettelijk gezien legaal is. Een escalatie wordt beschreven als jongeren door herhaalde blootstelling aan pornografisch beeldmateriaal steeds extremere beelden zijn gaan bekijken om dezelfde mate van opwinding te ervaren. Deze jongeren zijn dus niet doelbewust op zoek naar beelden van minderjarigen, maar komen er door deze escalatie wel mee in aanraking en blijven het vervolgens kijken. In sommige gevallen benoemen de jongeren ook een uit de hand gelopen pornoverslaving.

Een escalatie, die soms voortkomt uit een pornoverslaving, begint bij de overvloed aan seksuele beelden op pornografische websites, wat bij sommige personen kan zorgen voor een ongevoeligheid voor deze beelden. De hersenen reageren minder sterk op herhaalde blootstelling aan het materiaal waardoor er minder seksuele opwinding wordt ervaren. Je kunt het vergelijken met een verslaving waarbij iemand steeds meer van iets nodig heeft om hetzelfde effect te ervaren. Personen zullen dan op zoek gaan naar extremere beelden om dezelfde mate van opwinding te ervaren. Onze hersenen worden namelijk sterker geprikkeld door iets wat nieuw of spannend is. En het internet heeft genoeg van deze beelden tot zijn beschikking. Hierdoor bestaat het risico dat jongeren door hun zoektocht naar nieuwe en spannende beelden onbedoeld in aanraking komen met extreem en soms ook strafbaar materiaal. Voor sommige personen kan dit ervoor zorgen dat ze opwinding ervaren en vaker op zoek gaan naar deze spanning. Ook het feit dat het illegaal is, kan juist zorgen voor een extra kick. Hierdoor kunnen ze terechtkomen in een neerwaartse spiraal, wat je ook terugziet in de casus van Danny. Op deze manier kunnen jonge personen dus verstrikt raken in het kijken naar beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik.

Yannick (15) traint elke dinsdagavond bij zijn sportvereniging. Hij heeft leuk contact met de meiden uit het jeugdteam die ook op deze avond trainen. Een van de meiden is Misa (11). Ze is vrolijk en spontaan, en komt na afloop van de training vaak met hem kletsen. Yannick moet de laatste tijd vaker aan haar denken en merkt dat hij gevoelens voor haar krijgt. Hij vindt haar erg mooi en begint ook over haar te fantaseren. Door haar jonge leeftijd raakt hij in paniek van deze gevoelens. Hij begint zich af te vragen of hij een pedofiele voorkeur heeft. Hij durft met niemand over zijn gevoelens te praten.

 

Seksuele voorkeur

Een seksuele voorkeur is een blijvende seksuele en/of romantische aantrekking, die betrekking kan hebben op personen, objecten of handelingen. Zo kan iemand een seksuele voorkeur hebben voor een geslacht (bijvoorbeeld man of vrouw), personen van een bepaalde leeftijd (bijvoorbeeld kinderen), of een activiteit (bijvoorbeeld BDSM). En vaak is het een combinatie van bovenstaande: zo kan iemand een voorkeur hebben voor volwassen vrouwen. Een seksuele voorkeur is dus eigenlijk een breed begrip en kan bestaan uit het ervaren van seksuele gedachten of fantasieën, seksuele opwinding en seksueel gedrag.

Een seksuele voorkeur ontwikkelt zich tijdens de puberteit. Tijdens deze fase ontdekken jongeren hun seksuele gevoelens en seksuele identiteit. Seksuele gevoelens kunnen ook verwarrend zijn tijdens deze seksuele ontwikkeling, zoals in de casus van Yannick. Iemand kan er bijvoorbeeld achter komen een aantrekking te ervaren voor jonge kinderen. Vaak kunnen er pas uitspraken worden gedaan over pedofilie als iemand zelf volwassen is. Dan is iemand verder in de seksuele ontwikkeling en is de seksuele voorkeur meer stabiel.

Daarnaast gaat pedofilie over een seksuele voorkeur voor kinderen die nog geen secundaire geslachtskenmerken zoals haargroei en borstontwikkeling vertonen. Meestal zijn dit kinderen jonger dan 13 jaar. Naast seksuele gevoelens zijn er ook vaak romantische gevoelens aanwezig. Voorts ervaren veel personen die zich aangetrokken voelen tot kinderen ook een aantrekking tot volwassenen. We spreken van hebefilie als iemand zich seksueel aangetrokken voelt tot minderjarigen met beginnende maar nog niet volledig ontwikkelde secundaire geslachtskenmerken. Ook kan een groot deel van de mannen een aantrekking ervaren tot minderjarige meiden tussen de 16 en 18 jaar. Dit betekent echter niet dat het gaat over een voorkeur voor deze leeftijdsgroep. Een seksuele interesse voor jonge vrouwen die zich lichamelijk grotendeels hebben ontwikkeld is biologisch gezien normaal.

 

Blijvende aantrekking

Het is niet bekend hoe seksuele gevoelens voor kinderen zich ontwikkelen, maar mogelijk zijn hier verschillende biologische, psychologische en sociologische factoren bij betrokken. Er kan een biologische aanleg of gevoeligheid zijn die zich door bepaalde ervaringen tijdens de jeugd verder ontwikkelt richting een voorkeur. Dit is dus voor iedereen anders. Ondanks dat pedofilie kan voorkomen in zowel mannen als vrouwen zijn de meeste personen met deze voorkeur man. Volgens internationaal onderzoek heeft ongeveer 1-3 procent van de mannen gevoelens voor minderjarigen. In Nederland zijn dit ongeveer tussen de 85.000 en 255.000 mannen. Veel personen met een seksuele voorkeur voor kinderen komen er in de puberteit achter dat de aantrekking die zij ervaren niet met hun eigen leeftijd mee ontwikkelt: ze worden ouder en merken dat ze zich nog steeds aangetrokken voelen tot jongere kinderen. Vaak is dit een eenzame realisatie: veel van deze jongeren ervaren een grote drempel om hun gevoelens met iemand te delen. Ze zijn bang voor oordelen en onbegrip, en de schaamte is groot. Vaak weten deze jongeren ook niet dat er hulp beschikbaar is.

Wel is het goed om te bedenken dat tijdens de seksuele ontwikkeling de seksuele interesses nog kunnen veranderen of verder tot uiting kunnen komen. Het is nog geen vaststaand gegeven. Het is dus ook belangrijk om tijdens deze seksuele ontwikkeling geen overhaaste conclusies te trekken. Daarnaast is het hebben van gevoelens voor iemand die een paar jaar jonger is ook normaal. Indien er wel sprake is van een seksuele voorkeur voor kinderen is het belangrijk dat deze persoon de ruimte voelt om hierover te praten, en ondersteuning kan krijgen indien nodig. Het leren accepteren van en het omgaan met deze gevoelens kan zwaar zijn, en het beeld in de maatschappij heeft hierop een grote invloed.

 

Misvatting

Pedofilie wordt in de maatschappij vaak onterecht gelijkgesteld aan seksueel kindermisbruik. Pedofilie gaat enkel over het hebben van een seksuele voorkeur voor kinderen, seksueel kindermisbruik is het plegen van seksuele handelingen met minderjarigen. Het hebben van een seksuele voorkeur voor minderjarigen is niet strafbaar, het verrichten van seksuele handelingen met minderjarigen wel. De meeste mensen met deze gevoelens hebben geen enkele intentie om misbruik te plegen met een kind. Fantasieën en gedrag hoeven dus niet samen te vallen. Daarnaast zijn veel plegers van seksueel kindermisbruik niet pedofiel. Uit onderzoek blijkt dat in Nederland slechts 20 procent van het seksueel kindermisbruik wordt gepleegd door daders met een afwijkende seksuele voorkeur, waaronder pedofilie. Ook bij Stop it Now zien we dat 1 op de 5 plegers van (online) seksueel kindermisbruik aangeven seksuele gevoelens voor minderjarigen te ervaren. Het merendeel vertoont dus strafbaar seksueel gedrag vanuit andere motieven.

 

Stigma

Er heerst een groot stigma op personen die seksuele gevoelens voor minderjarigen ervaren en personen die zedendelicten plegen. Mensen voelen veel boosheid en walging ten aanzien van deze groep. In de samenleving heerst het idee dat deze personen geen controle hebben over hun gedrag en daardoor gevaarlijk zijn. Door stereotype beelden in de media wordt bijvoorbeeld gedacht dat alle pedofielen seksueel kindermisbruik plegen. Deze negatieve opvattingen hebben ook een effect op de personen die hiermee worstelen. Stigma zorgt namelijk voor negatieve gevoelens zoals depressie, angsten, schaamte en eenzaamheid. Ook kampt deze groep vaak met suïcidale gedachten. Daarnaast kan er internalisatie plaatsvinden van het stigma, ook wel zelfstigmatisering genoemd. Dit betekent dat personen de negatieve opvattingen en stereotypen gaan toepassen op zichzelf. Dit zorgt er ook voor dat personen sociaal geïsoleerd raken omdat ze het gevoel hebben dat ze er alleen voor staan en bij niemand terechtkunnen met hun probleem, waardoor ze geen hulp durven te vragen. De effecten op het psychisch welzijn in combinatie met sociale isolatie en de grote drempel om hulp te zoeken kan mogelijk het risico op het plegen van seksueel kindermisbruik vergroten.

Van personen die naar beeldmateriaal van seksueel misbruik van minderjarigen kijken wordt ook vaak gedacht dat ze pedofiel zijn. En ook denken mensen vaak dat deze groep over zal gaan tot het plegen van fysiek seksueel misbruik, terwijl dit meestal niet het geval is. Personen die kijken naar dergelijk beeldmateriaal zijn bang voor de oordelen en reacties van anderen. Ze durven geen hulp te zoeken omdat ze bijvoorbeeld bang zijn dat een zorgprofessional de politie inschakelt. Ook zijn ze bang dat hun omgeving erachter komt en dat ze hun familie, vrienden, baan of huis zullen verliezen. Dit maakt de drempel om hulp te zoeken ontzettend groot. Door deze hoge drempel, mede veroorzaakt door het stigma in de samenleving, krijgen veel personen niet de hulp die ze nodig hebben. Stigma staat dus niet alleen preventie in de weg, het kan er ook voor zorgen dat misbruik blijft voortbestaan.

 

Schuld en schaamte

Het onderzoek van Stop it Now met de Nationaal Rapporteur naar jonge (potentiële) plegers van seksueel kindermisbruik laat ook zien dat er bij deze groep vaak sprake is van psychische problematiek. Deze jongeren voelen zich depressief of ervaren andere psychische klachten die gerelateerd zijn aan autisme, dwang of verslaving. Ook geven sommige jongeren aan dat zij suïcidale gedachten hebben. Het delictgedrag zelf zorgt bij deze jongeren vaak voor gevoelens van schuld en schaamte. Verder zijn er angsten voor de gevolgen van hun gedrag, zoals negatieve reacties uit hun omgeving of de angst om opgepakt te worden door de politie. Deze gevoelens maken de drempel om hulp te zoeken groot. Toch geven deze jongeren wel aan behoefte te hebben aan hulp.

 

Het belang van preventie

Het is belangrijk dat personen die worstelen met hun gevoelens en/of gedrag naar minderjarigen over hun zorgen kunnen praten. En dat ze hulp kunnen krijgen voordat er een grens wordt overgegaan. Aangezien er op jonge leeftijd al risico’s bestaan om seksueel grensoverschrijdend gedrag te plegen, is het van belang om de preventie ook te richten op jongeren. Om effectief preventie te kunnen toepassen, moet er laagdrempelige hulp beschikbaar zijn die goed aansluit bij deze groep. Jongeren moeten een veilige omgeving hebben om hun problemen te bespreken. Dat deze behoefte er is, blijkt ook uit het onderzoek naar jonge plegers van seksueel kindermisbruik die contact opnemen met Stop it Now. De jonge (potentiële) plegers stellen vragen over de strafbaarheid van (online) seksueel gedrag en hoe ze veilig porno kunnen kijken zonder het risico te lopen om de grens over te gaan. Dit benadrukt het belang van goede kennis en voorlichting voor jongeren over hoe ze veilig online hun seksualiteit kunnen ontdekken.

 

Conclusie

Tijdens de seksuele ontwikkeling kunnen jongeren erachter komen dat ze gevoelens hebben die anders zijn dan de gevoelens van hun leeftijdsgenoten. Het kan bijvoorbeeld zijn dat hun aantrekking niet mee ontwikkelt met hun eigen leeftijd. Ook kunnen ze online verstrikt raken in het kijken van strafbaar beeldmateriaal, doordat ze bijvoorbeeld in een neerwaartse spiraal terechtkomen door hun zoektocht naar nieuwe en spannende beelden. Als dit gebeurt, is het belangrijk dat deze jongeren aan de bel kunnen trekken en dat ze hun gevoelens of gedrag bespreekbaar kunnen maken. Alleen op deze manier kan er vroegtijdig worden ingegrepen en kunnen deze jongeren hulp krijgen. Dit is niet alleen belangrijk voor de ontwikkeling van deze jongeren en hun toekomst: dit draagt ook bij aan de preventie van seksueel kindermisbruik.

 

Door Kelly van der Heuvel, Stop it Now, Fabriek69 en Vlam Magazine

Illustraties door: Roderique Arisiaman

Op zijn zestiende staat Jeffrey op het punt om uit de kast te komen, alleen weet hij niet goed hoe. Kunstschaatsen is zijn grote passie en op de schaatsclub leert hij William en Tom kennen. De ontmoeting met dit stel zal een diepe en langdurige impact op zijn leven hebben: een jaar lang wordt hij seksueel misbruikt en gedwongen om hierover te zwijgen tegen zijn omgeving. Wanneer hij zijn herinneringen van zich af schrijft beseft hij dat zijn verhaal ook anderen kan helpen. Die eerste pagina’s blijken het beginpunt van zijn boek ‘Liegen zul je’.

 

“De titel van het boek symboliseert de manipulatieve en controlerende aard van misbruik”, vertelt Jeffrey (nu 29 jaar). “Als slachtoffer voel je door angst, schaamte en schuldgevoelens de druk om te zwijgen of de waarheid te verdraaien. Liegen is precies wat de mannen die mij misbruikten wilden dat ik deed.”

Dat zijn boek nu in de winkels ligt voelt voor hem als een enorme persoonlijke overwinning, maar dat was niet zijn intentie toen hij begon te schrijven: “Ik schreef om mezelf te kalmeren, om de flashbacks, herinneringen en gedachten aan het misbruik als het ware uit te kotsen over het papier. Dat had ik nodig. Op een dag raakte ik geobsedeerd door het idee dat ik misschien ook anderen – niet alleen slachtoffers van misbruik maar ook de mensen in hun omgeving – zou kunnen helpen door mijn verhaal te delen. Ik zou licht kunnen schijnen op het feit dat misbruik óók jongens en mannen kan overkomen. Misbruik is echt genderloos en heeft niets te maken met bijvoorbeeld iemands leeftijd: alle vormen van seksueel geweld kunnen iedereen overkomen.”
Hij hoopte dat anderen door het lezen van zijn boek misschien ook hun verhaal zouden durven delen. Nou, dat is gebeurd! “Ik ben superdankbaar en trots als ik hoor dat andere overlevers van seksueel geweld daadwerkelijk steun vinden in mijn verhaal. Steeds weer wordt voor mij bevestigd hoe belangrijk representatie en erkenning zijn, hoeveel dat teweeg kan brengen. Er zijn ook veel lezers die het boek lezen omdat ze geïnteresseerd zijn in mijn verhaal, zonder dat er eigen ervaringen meespelen. Ik ben blij dat zij niet wegkijken of het onderwerp vermijden, want door erover te lezen kun je het beter begrijpen. Ik hoop dat mensen traumasensitiever worden, al is het maar een beetje.”

 

Een groot taboe

Voor jongens en mannen die seksueel misbruik meemaken of hebben meegemaakt is het vanwege de vele stigma’s die gepaard gaan met het onderwerp vaak moeilijk om erover te praten. “Het lijkt soms wel of het tonen van emoties wordt gezien als een zwakte, zeker in professionele settings waarin machtsdynamieken heel duidelijk aanwezig kunnen zijn en het voortdurend draait om presteren. Maar het geldt ook voor andere situaties in het leven. Ik heb er heel bewust voor gekozen om het ongemak toe te laten maar het tegelijkertijd niet te belangrijk te maken. Dat is voor mij de sleutel tot openheid. Ik kan het niet vaak genoeg en op niet genoeg plekken zeggen: als jij seksueel geweld hebt meegemaakt dan is dat geen teken van zwakte, of iets waar je je voor moet schamen. En als je het moeilijk vindt om erover te praten, zegt ook dat helemaal niets over wie jij bent. Als je ergens mee worstelt, weet dan dat je niet alleen bent. Er zijn mensen die naar je willen luisteren, die je willen steunen en die geloven in jouw vermogen om je weer beter te gaan voelen. Als je er klaar voor bent om je verhaal te doen, bij wie of hoe dan ook, weet dan dat er ruimte is voor jouw stem en dat jouw verhaal ertoe doet.”

Jeffrey weet uit eigen ervaring dat niet alleen de (mannelijke) overlevers niet altijd weten hoe ze het onderwerp seksueel misbruik bespreekbaar kunnen maken. “Ook omstanders vinden het vaak lastig om erover te praten. Vanwege hun eigen ongemak proberen ze het onderwerp zoveel mogelijk te vermijden, waardoor ze soms onopzettelijk kwetsende dingen doen of zeggen. Het is hard nodig om deze taboes te doorbreken en het ongemak omtrent het onderwerp te parkeren, maar dat vereist moed en openheid.”

 

Fotograaf: Tim Buiting

‘Gaat het nu goed met je?’

Jeffrey heeft zich voorgenomen om deze vraag niet meer te beantwoorden met ‘ja, het gaat nu goed met me’. “Ik wil andere overlevers, van welke vorm van seksueel geweld dan ook, namelijk niet belasten met de druk ‘dat het ooit weer goed met ze moet komen’. Ik weet hoe zwaar die druk kan voelen als je niet lekker in je vel zit. Ik herinner me nog hoe graag ik me goed wilde voelen en hoe onmogelijk dat leek. Het herstelproces heeft geen eindpunt waarbij alles weer “goed” is: het is een voortdurende reis van ups en downs, waarbij het belangrijk is om jezelf de ruimte te geven om te voelen wat je voelt en te accepteren dat sommige dagen moeilijker zijn dan andere. Mocht je dit lezen en denken: ‘HOU OP!’, weet dan dat het ook oké is om mijn uitspraak op een bord te schrijven en dat vervolgens in duizend stukjes te smijten omdat je het niet met me eens bent. Ik weet hoe moeilijk het is om toe te geven aan de aanwezigheid van de herinnering(en). Maar sinds ik ben gaan praten over mijn verhaal ben ik gaan inzien dat ik jarenlang ontzettend onaardig voor mezelf ben geweest door mijn gevoelens te onderdrukken. Ik ben blij dat ik heb geleerd om mild voor mezelf te zijn en hulp te zoeken wanneer dat nodig is, of dat nu bij vrienden, familie of professionele hulpverleners is. Wat er vroeger met mij is gebeurd is deel van mijn leven, maar het definieert niet wie ik ben.” Het gevoel dat terugdenken aan de gebeurtenissen bij hem oproept is in de loop der jaren veranderd. “Blijkbaar kan dat dus: een verandering in de intensiteit en het gewicht van je gevoelens en herinneringen. Daar vind ik heel veel rust in.”

 

‘Liegen zul je’ van Jeffrey Dral is onlangs verschenen bij Uitgeverij Volt en is o.a.  HIER te verkrijgen.

Door Fabriek69 (Jeroen)

 

Mevrouw Willemsen is 88 jaar. Ze woont in een verzorgingstehuis ergens midden in het land. Mevrouw Willemsen is zo’n 10 jaar weduwe van Rijk, waar ze een goed huwelijk mee heeft gehad. Dit huwelijk bracht hun vijf dochters, drie zonen, twaalf kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. Ze ontvangt regelmatig bezoek van haar gezin. Mevrouw Willemsen is over het algemeen opgewekt, ondanks de pijn die ze heeft. Ze klaagt nooit. Mevrouw Willemsen heeft een gesprek met Ingrid, haar eerste verantwoordelijke verzorgende.

Mevrouw Willemsen verteld Ingrid het volgende: “Ik ga je iets vertellen wat je in de overdracht mag opschrijven, maar waar ik het verder niet meer over wil hebben. De laatste tijd moet ik er namelijk steeds vaker aan terug denken. Alleen mijn overleden man wist het. Dus echt Ingrid, je moet beloven ook niets tegen de kinderen te vertellen. ”Ze wacht het antwoord van Ingrid niet af maar vertelt opeens. “Ik ben als kind jaren lang seksueel misbruikt door mijn oom en de voorganger. Het was een rot ervaring. In mijn huwelijk heb ik daar nog regelmatig last van gehad, maar ik had gelukkig een hele lieve geduldige man. Zo, nu weet je het. De andere verzorgers mogen het ook weten, maar ik heb het er verder met niemand meer over”.

Ingrid knikt en bedankt haar voor het vertrouwen wat Mevrouw Willemsen haar heeft gegeven. Beduusd door de onthulling van Mevrouw Willemsen laat ze het verhaal bezinken. “Wat nu”, denkt ze, ik heb een belofte gedaan dus ik schijf het maar op voor mijn collega’s. Niemand heeft het er meer over en ook haar collega’s of leidinggevende komen niet bij Ingrid voor vragen. Het is gezegd en we hebben het er niet meer over.

Mevrouw Willemsen wil graag zoveel mogelijk zelf doen in haar dagelijkse verzorging. Al gaat dat steeds moeizamer. Er komt een dag dat écht alles overgenomen zal moeten worden in haar dagelijkse verzorging. Ze heeft altijd aangegeven dat ze het afschuwelijk zou vinden als anderen haar lichaam moeten wassen. De dag dat ze het niet meer zelf kan is aangebroken en zonder overleg met mevrouw Willemsen wordt ze nu bijvoorbeeld volledig gewassen.

Hoe zou het zijn voor mevrouw Willemsen dat opeens verschillende mensen aan haar lijf en haar geslacht zitten, met dat je weet over haar misbruik verleden? Wil mevrouw Willemsen wel door iedereen gewassen worden? Wat zijn haar wensen hierin? Ze heeft inderdaad aangeven er niet meer over te willen hebben, maar zou het niet goed zijn om het er wel met elkaar nog eens over te hebben? Wat zijn haar wensen m.b.t. de dagelijkse verzorging, zonder het misbruik uit het verleden te negeren? Zeker nu in deze afhankelijk situatie.

De situatie is gewijzigd en moeten we dan nog blijven zwijgen?

Dit is een situatie uit de praktijk maar natuurlijk zijn de namen gefingeerd.

Herken je deze situatie? Zou jij meer willen weten of ondersteuning ontvangen over seksualiteit binnen de zorg voor ouderen? Neem gerust contact met ons op.